Internationale samenwerking

5.2.1 - Internationale samenwerking - uitwisseling van inlichtingen bij AAFisc, AAD&A en AABBI in 2013print

¹ Inzake Btw zijn de automatische uitwisselingen van inlichtingen (maandelijks of trimesterieel) van de intracommunautaire leveringen en diensten (VIES) niet opgenomen.

² Het betreft een vorm van internationale samenwerking waardoor een staat overgaat, met respect voor zijn eigen procedureregels, tot de notificatie van akten en administratieve beslissingen uitgaande van een andere staat, en dit met als doel de draagwijdte en de juridische waarde ervan te verzekeren.

³ Een voorafgaand akkoord tussen fiscale administraties, waarin een aantal criteria vastgelegd worden om zo tot een correcte verrekenprijs - dit is de prijs waartegen een onderneming goederen (materieel of immaterieel) of diensten levert aan een verbonden onderneming - te komen tussen verbonden ondernemingen.

⁴ Een procedure, die de fiscale administraties toestaat om overleg te plegen, om zo de problemen naar aanleiding van een foute toepassing van de dubbelbelastingverdragen op te lossen. Deze procedure staat los van de nationale beroepsmogelijkheden.

⁵ Gelijktijdige controles in de grensregio’s

België-Nederland (BE-NL)

Als gevolg van het op 17.09.2008 succesvol afgesloten Pilootproject BE-NL, welke gegoten werd in een permanente vorm van bilaterale samenwerking, liepen een aantal gezamenlijke boekenonderzoeken tussen de twee Lidstaten gewoon door of werden opgestart in 2013. Deze boekenonderzoeken (8 in totaal) hebben betrekking op de materie Btw en/of directe belastingen.

• Andere gelijktijdige controles/multilaterale controles

In 2013 heeft België deelgenomen aan multilaterale controles met andere lidstaten onder het Fiscalis-programma. Deze 13 multilaterale controles hadden betrekking op directe belastingen (zoals verrekenprijzen), Btw (zoals bv. carrouselfraude) en accijnzen (op alcohol en tabak). Drie multilaterale controles werden in de loop van 2013 beëindigd (één inzake directe belastingen en twee inzake directe belastingen en Btw).

• Aantal gelijktijdige controles/multilaterale controles (al dan niet in Fiscalis-verband)

In 2013 werden in totaal 21 gemeenschappelijke/multilaterale controles uitgevoerd (4 op het vlak van de Btw, 6 op het vlak van directe belastingen, 3 op het vlak van Btw en accijnzen en 8 op het vlak van Btw en directe belastingen). De AABBI was betrokken bij 8 van deze controles.

⁶ In het kader van het Fiscalis-samenwerkingsprogramma van de Europese Unie hebben 28 Belgische ambtenaren van verschillende administraties deelgenomen aan werkbezoeken in andere lidstaten. De werkbezoeken hadden volgende onderwerpen : de verrekenprijzen, vaste inrichtingen, de strijd tegen georganiseerde fiscale fraude (witwassen, intracommunautaire fraude, belastingparadijzen), risicoanalyse, uitwisseling van best practices inzake fiscale controle, e-audit, e-commerce, de invorderingen en het beheer van schuldvorderingen, uitwisselen van inlichtingen, wederzijdse bijstand op het vlak van invordering.

⁷ België heeft 7 buitenlandse fiscale ambtenaren ontvangen in het kader van werkbezoeken op het vlak van de strijd tegen de fiscale fraude (BISC, Belgian Internet Service Center) et accijnzen (uitwisselen van best practices inzake controle en de Belgische wetgeving).

Andere Fiscalis-activiteiten (Btw, directe belastingen, accijnzen)

In 2013 vonden, in het kader van het Fiscalis-programma, seminaries, projectgroepen en workshops plaats zowel op het vlak van de directe belastingen als op het vlak van de indirecte belastingen (Btw en Accijnzen). De doelstellingen waren het versterken van de administratieve samenwerking en de uitwisseling van best practices, het verzekeren van het begrip en de toepassing van de Europese wetgeving op fiscaal vlak, het verbeteren van de administratieve procedures et de bekwaamheden van de fiscale ambtenaren. De in 2013 behandelde thema’s waren: de administratieve samenwerking op het vlak van de accijnzen, de strijd tegen de zwarte economie in de bouwsector, het invoeren van de Mini One Stop Shop Btw (mini enig loket), het TIN (Tax Identification Number), best practices in de strijd tegen de intracommunautaire Btw-fraude, risicobeheer, strijd tegen de Btw-fraude (Eurofisc), samenwerking inzake IT, de Btw in de publieke sector. De technische ondersteuning aan Griekenland inzake invordering en de strijd tegen de fiscale fraude werd verder gezet onder de vorm van punctuele zendingen ter plaatse.

In totaal namen 51 Belgische ambtenaren deel aan deze Fiscalis-activiteiten.

5.2.2 - Aanvragen om bijstand bij invordering in 2013print

AAD&A

De bijstand bij invordering is gebaseerd op:

• aanvragen om inlichtingen (art. 5 van de Richtlijn 2010/24/EU voor de lidstaten van de EU, wederzijdse en multilaterale overeenkomsten voor de EU-landen en voor dossiers van minder dan 1.500 euro en voor landen buiten de EU);
• aanvragen tot notificatie (Art. 8 tot 9 van de Richtlijn 2010/24/EU voor de lidstaten van de EU);
• aanvragen tot invordering of tot het nemen van bewarende maatregelen (art.10 tot 15 van de Richtlijn 2010/24/EU voor de lidstaten van de EU, wederzijdse en multilaterale overeenkomsten voor de EU-landen voor dossiers van minder dan 1.500 euro en voor landen buiten de EU).

Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16.03.2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen, die Richtlijn 2008/55/EG vervangt is in werking getreden op 01.01.2012. Deze richtlijn heeft het toepassingsgebied uitgebreid tot alle vormen van belastingen en rechten, geheven door of ten behoeve van een lidstaat of zijn territoriale of staatkundige onderdelen, lokale overheden daaronder begrepen, dan wel ten behoeve van de EU.

Evolutie van de cijfers

Sinds januari 2012 worden de verzoeken om bijstand uitsluitend ingediend door middel van de applicatie E-forms Editor, ontwikkeld door de Europese commissie, die onder andere toelaat automatisch de Europese uitvoerbare titel aan te leggen. De toepassing van Richtlijn 2010/24/EU zal pas concreet meetbaar zijn na een inloopperiode van ongeveer 2 jaar.

AAII

De invorderingsbijstand is gebaseerd op:

• verzoeken om inlichtingen (art. 5 van de Richtlijn 2010/24/EU voor de lidstaten van de EU, bilaterale en multilaterale overeenkomsten voor de landen van de EU voor dossiers van minder dan 1.500 euro en voor de landen buiten de EU);
• verzoeken tot notificatie (art. 8 en 9 van de Richtlijn 2010/24/EU voor de lidstaten van de EU);
• verzoeken tot invordering (art. 10 tot 15 van de Richtlijn 2010/24/EU voor de lidstaten van de EU, bilaterale en multilaterale overeenkomsten voor de landen van de EU voor dossiers van minder dan 1.500 euro en voor de landen buiten de EU);
• verzoeken tot conservatoire maatregelen (art. 16 en 17 van de Richtlijn 2010/24/EU voor de lidstaten van de EU, bilaterale en multilaterale overeenkomsten voor de landen van de EU voor dossiers van minder dan 1.500 euro en voor de landen buiten de EU).

De Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16.03.2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen, die de Richtlijn 2008/55/EG vervangt, is in werking getreden op 01.01.2012. Deze richtlijn heeft het toepassingsgebied uitgebreid tot alle vormen van belastingen en rechten geheven door of ten behoeve van een lidstaat of zijn territoriale of staatkundige onderdelen, lokale overheden daaronder begrepen, dan wel ten behoeve van de EU.

De andere grote nieuwigheid van de Richtlijn 2010/24/EU is de invoering van de Europese uitvoerbare titel die de enige basis wordt voor de invorderingsmaatregelen en de conservatoire maatregelen in de aangezochte lidstaat.

Op het niveau van de AAII worden alle verzoeken om bijstand, gebaseerd op om het even welk instrument, beheerd via de toepassing STIRInt. Om praktische redenen beheert het CLO Invordering eveneens de flux van verzoeken om bijstand op basis van de Richtlijn 2010/24/EU waarvan de bevoegdheid toebehoort aan geregionaliseerde entiteiten.

Het CLO (Central Liaison Office) of Centraal Verbindingsbureau is het centraal contactpunt wat betreft het beheer van de wederzijdse verzoeken om invorderingsbijstand voorzien in de richtlijn 2010/24/EU.

Het beheert de beveiligde mailboxen waarlangs alle verzoeken om bijstand met betrekking tot directe belastingen en Btw van en naar andere lidstaten worden doorgezonden ; het beheert eveneens de mailboxen die gemeenschappelijk worden gebruikt door verschillende entiteiten (federaal en regionaal zoals onroerende vooheffing, verkeersbelasting, …).

114 verzoeken om inlichtingen, 1 verzoek tot notificatie en 116 verzoeken Tot invordering zijn verzonden door/geadresseerd aan de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel*).

* Vlabel organiseert de inning en invordering van de Vlaamse belastingen.

Evolutie aanvragen bijstand

We stellen een betekenisvolle toename vast van uitgaande verzoeken om bijstand, zowel van verzoeken om inlichtingen als van verzoeken tot invordering.

De grootste toename daaronder betreft verzoeken om inlichtingen. Inderdaad, om de verzending te vermijden van verzoeken tot invordering met een langere en zwaardere procedure die uiteindelijk vruchteloos zou blijken is het nuttig eerst een verzoek om inlichtingen te verzenden.

Wat betreft de inkomende verzoeken om bijstand stellen we enkel een daling vast van het aantal verzoeken om inlichtingen.

Na een oppuntstelling van twee jaar is de toepassing van de richtlijn 2010/24/EU nu duidelijk merkbaar.

Bovendien hebben de efficiëntie en het gebruiksgemak van de toepassing E-forms Editor evenals de automatische creatie van de Europese uitvoerbare titel in belangrijke mate bijgedragen tot een toename van de uitgaande dossiers.

5.2.3 - Samenwerking met buitenlandse ambtenaren door AAD&Aprint

Commentaar:

¹ Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de zendingen in het kader van communautaire programma’s (DOUANE 2013, FISCALIS 2013, OLAF, ……) en de zendingen ten laste van de begroting van de FOD Financiën.

² Het cijfer van de 115 ambtenaren van derde landen in België omvat:

• de gewone bezoeken maar ook het beursprogramma van de WDO (Wereld Douaneorganisatie);
• de deelnemers aan de 18e conferentie van de Directeurs-generaal van de Douane van de volledig of gedeeltelijk Franstalige landen;
• de 2 academische zittingen van buitenlandse stagiairs die zijn toegelaten tot de Belgische Verificatieschool (21 stagiairs voor de zitting 2012 -2013 en 21 stagiairs voor de zitting 2013-2014) die over het algemeen aanvangt op 1oktober en sluit op 30 juni.

³ Er moet eveneens een onderscheid worden gemaakt tussen de acties in het kader van communautaire programma’s (DOUANE 2013, FISCALIS 2013, TAIEX en OLAF) en de zendingen ten laste van de FOD Financiën.